Tien jaar geleden had ik de eer en het genoegen om de keynote speech te geven op het Nederlands Fietscongres. Ongetwijfeld het hoogtepunt van mijn carrière! Bovendien was het de start van een vruchtbare samenwerking (o.a. met Jaap Kamminga, Marco te Brömmelstroet, Wim Bot, Paul Schepers, Rico Andriesse, …). Deze samenwerking heeft voor mij altijd twee ambities gehad.
Ten eerste wilde ik het Vlaamse fietsbeleid verbeteren. Ik geef graag enkele voorbeelden :
- Tien jaar geleden was het fietsbeleid in Vlaanderen nog behoorlijk ideologisch gekleurd. Een progressief politicus was eerder voor de fiets, een conservatief politicus was eerder voor de auto. Terwijl goed fietsbeleid gewoon goed beleid is, iets waar de meeste Vlaamse politici nu ook van overtuigd zijn.
- Het Vlaamse mobiliteitsbeleid probeerde tien jaar geleden de kool en de geit te sparen. Er gebeurden dus wel zaken voor de fiets, maar ook heel wat zaken voor de auto. Dit verklaart waarom meer dan de helft van onze verplaatsingen 5km of korter zijn en dat tegelijkertijd ongeveer 70% van onze verplaatsingen met de auto gebeurt. Als we hier iets aan willen doen zijn er naast honing- ook azijnmaatregelen nodig. In de praktijk zien we dat heel wat Vlaamse gemeenten ondertussen plaats van de auto doorschuiven naar de fiets.
- Ook ons financieel kader was (en is) gunstig voor de auto. Heel veel werkgevers betalen hun werknemers weliswaar 25 eurocent per gefietste kilometer in het woon-werkverkeer. Maar tegelijkertijd zijn er weinig landen zo gul met bedrijfswagens als België. Geen wonder dat er in België 670.000 bedrijfswagens rondrijden en dat de OESO, de Europese Commissie en het IMF zich afvragen waarom België elke vorm van vervoer subsidieert.
Naast deze verbeterpunten in eigen land was ik echter altijd voldoende ambitieus (of naïef zoals u wenst), om aan Nederland duidelijk maken dat het Vlaamse fietsbeleid ook zijn pluspunten heeft.
- Ik ben er nog altijd van overtuigd dat Vlaamse verkeerskundigen tot de allerbeste van de wereld behoren. We moeten immers niet alleen inhoudelijk zeer goed zijn. We moeten meer dan in Nederland werken in een ruimtelijk zootje. Als alles is volgebouwd is het natuurlijk lastig om goede fietspaden aan te leggen; maar toch is het aantal nieuwe fietspaden, -bruggen en -tunnels indrukwekkend. Wat creativiteit betreft, kan Nederland van ons leren.
- In die zin was corona dan ook een geluk bij een ongeluk. Het is dan ook goed dat Vlaanderen volop gebruik heeft gemaakt van corona (never waste a good crisis) om nog meer in te zetten op de fiets. Zo werd in 2021 bijvoorbeeld 335 miljoen euro vrijgemaakt voor fietsinvesteringen.
Afrondend wil ik graag zeggen dat het Vlaams fietsbeleid in tien jaar dus een hele weg afgelegd, mede dankzij een goede samenwerking met Nederland. Ook de volgende jaren gaan we elkaar kunnen inspireren. O.a. via de Fietscongressen die zowel in Vlaanderen als Nederland worden georganiseerd.
Door Eddy Klynen - Coördinator VSV (Vlaamse Stichting Verkeerskunde)